Tijdens het pokeren valt het op dat spelers aan tafel "vaktaal" spreken. Als u wilt beginnen met poker is het belangrijk dat u de termen moet kennen. We kunnen natuurlijk niet alle termen plaatsen maar hier volgen wat kreten die vaak gebruikt worden:
Add-on |
Tijdens een toernooi kun je fisches bijkopen. |
Agressief |
Een stijl waarbij veel wordt gebet en geraiset. |
All-in |
Een bet doen waarbij je al je fisches in de pot doet. |
Ante |
Verplichte bet voordat de kaarten worden gedeeld. |
Backdoor draw |
Je krijgt pas een hand op de turn. |
Bad beat |
Een verloren pot terwijl je statistisch de sterkte hand hebt. |
Bankroll |
Je vermogen om mee te pokeren. |
Bet |
Speler die als eerste gaat inzetten. |
Big Blind |
De 2e speler links van de dealer die een verplichte inzet doet. |
Bluffen |
Inzetten met niks, andere spelers laten denken dat je een sterke hand hebt. |
Board |
De 5 kaarten die open op tafel liggen. Ook: Community cards. |
Bottom pair |
Speler heeft een pair met de laagste kaart op tafel. |
Bubble |
De plek dat je, tijdens een toernooi, net buiten het geld valt. |
Button |
Geeft aan wie de dealer is. Schuift na elke ronde 1 plek op. |
Buy-in |
De inleg voor een toernooi of cashgame om mee te spelen. |
Callen |
Meegaan met de inzet. |
Calling station |
Spelers die bijna alles callen (ook met een zwakke hand). |
Check |
Als er nog geen bet is geweest kunt meegaan zonder inzet. |
Check-raise |
Checken om daarna te verhogen als iemand gaat inzetten. |
Chip |
Fisches. |
Chipcount |
Totaal aantal fisches wat voor je ligt. |
Chipleader |
Speler in toernooi met de meeste fisches in zijn bezit. |
Community Cards |
De gemeenschappelijke kaarten die op tafel liggen. |
Dealer |
Persoon die de kaarten schudt en deelt. |
Dealer Button |
Zie button. |
Deck |
Een spel kaarten (52 stuks). |
Draw |
Een hand die nog niet gemaakt is. Doorgaans 4 kaarten voor een flush of straight. |
Drawing Dead |
Meegaan terwijl er geen mogelijkd is om te winnen. |
Early Position |
Drie posities links van de big blind bij een volle tafel. |
Fische |
Chip. |
Fish |
Bijnaam voor een zwakke speler. |
Flop |
De eerste drie gemeenschappelijke kaarten. |
Flush |
Vijf willekeurige kaarten van dezelfde kleur. |
Flushdraw |
Een draw naar een flush. |
Fold |
Kaarten wegleggen en niet meer meegaan voor de pot. |
Four-of-a-kind |
Vier dezelfde kaarten (bijvoorbeeld 4 boeren). |
Freeroll |
Een gratis toernooi (meestal op internet). |
Full House |
Een hand met Two pair en Three-of-a-kind. |
Hand |
De kaarten die je speelt met de bijbehorende waarde. |
Heads-up |
De laatste 2 spelers die overgebleven zijn spelen Heads-up. |
High Card |
Als er geen combinaties zijn wint je met de hoogste kaart. |
Kicker |
De bijkaart |
Late position |
Positie op de button of rechts daarvan. |
Limit |
Inzetstructuur waarbij er met vaste waarden wordt gebet en geraiset. |
Limp |
Het callen van de big blind. |
Loose |
Spelers die veel handen spelen. |
Middle position |
De middelste twee plaatsen in een volle tafel Hold'em. |
Muck |
Het folden van je kaarten als een speler wint bij showdown. |
No Limit |
Inzetstructuur zonder maximum. |
Nuts |
De best mogelijke hand die je kan hebben. |
Off-suit |
Kaarten van verschillende kleur. |
Outs |
De kaarten in het deck die je een goede hand opleveren. |
Overcard |
Hogere kaarten in je hand hebben dan die op tafel liggen. |
Overpair |
Een pair hebben hoger dan de kaarten die op tafel liggen. |
Pair |
Twee kaarten met dezelfde waarde. |
Pockets |
Een pair in je hand hebben. |
Position |
Je plaats ten opzichte van de button. |
Pot |
De chips in het midden van de tafel waar om gespeelt wordt. |
Pot-Limit |
Inzetstructuur waarbij de max. inzet gelijk is aan de pot. |
Pot-Odds |
De grootte van de inzet in verhouding tot de grootte van de pot. |
Pre-Flop |
De eerste biedronde (voor de flop). |
Raise |
De inzet (bet) verhogen. |
Read |
Informatie over de hand van je tegenspeler verkrijgen. |
Rebuy |
Jezelf opnieuw inkopen (meestal in begin van een toernooi). |
Reraise |
Een raise verhogen. |
River |
De vijfde open kaart op tafel voor de laatste biedronde. |
Royal Flush |
De hoogst mogelijke straight flush (van tien naar aas). |
Runner Runner |
Als je via de turn en river alsnog een winnaar maakt. |
Set |
Zie ook Three-of-a-Kind. |
Shark |
Sterke speler die de fish opeet |
Short-handed |
Tafel met zes of minder spelers. Je zult meer handen moeten spelen. |
Short stack |
Degene die in een toernooi nog maar weinig fisches overheeft. |
Showdown |
Het moment waarop de speler, die nog in het spel zitten, hun kaarten open op tafel moeten laten zien. |
Sit&Go |
Klein toernooi die begint als de tafel vol zit. Meestal één tafel. |
Slow Play |
Een sterke hand spelen alsof je een zwakke hand hebt. |
Small Blind |
De eerste kleine verplichte inzet. |
Split Pot |
Een pot met meerdere winnaard. De pot wordt gedeeld. |
Stack |
De fisches die je voor je hebt liggen. |
Starting Hands |
Selectie handen waarmee een speler bet, callt of raiset. |
Straight |
Vijf opeenvolgende kaarten van verschillende kleuren. |
Straight Draw |
Een draw naar een straight. |
Suit |
Kleur van een kaart. Bijvoorbeeld Harten of Ruiten. |
Three-of-a-Kind |
Drie dezelfde kaarten (bijvoorbeeld 3 azen). Ook: Set |
Tight |
Speler die weinig handen speelt (speelt meestal goede handen). |
Tilt |
Slechter spelen omdat je je controle over je emoties verliest. |
Top Kicker |
De hoogste bijkaart. |
Turn |
De vierde gemeenschappelijke open kaart op tafel. |
Top pair |
Een paar gemaakt met de hoogste kaart op tafel. |
Two pair |
Twee paren, dus twee keer twee kaarten met dezelfde waarde. |